Altostratus (As)
08:47 16:27
Altostratus (As)
Definitie
Wolkenveld of wolkenlaag met een grauwe of blauwachtige tint en een streperig, vezelachtig of effen uiterlijk, geheel of gedeeltelijk de hemel bedekkend, waarvan sommige gedeelten dun genoeg zijn om de zon er vaag, als door een matglas, door te kunnen zien. In Altostratus komen geen haloverschijnselen voor.
Ontstaanswijze
In de meeste gevallen ontstaat Altostratus als gevolg van een langzame stijging van uitgestrekte luchtlagen tot voldoende grote hoogte. Een sluier van Cirrostratus die geleidelijk dikker wordt, kan in Altostratus overgaan; Altostratus kan ook ontstaan uit een geleidelijk dunner wordende Nimbostratus. In enkele gevallen ontwikkelt Altostratus zich uit een laag Altocumulus; dit doet zich voor, wanneer ijskristallen op uitgebreide schaal uit Altocumulus vallen. Soms, voornamelijk in de tropen, ontstaat Altostratus door het uitspreiden van het middelste of het bovenste gedeelte van een Cumulonimbus.Samenstelling en uiterlijk
Altostratus is samengesteld uit waterdruppeltjes en ijskristallen; de wolk bevat eveneens regendruppels en sneeuwvlokken. Altostratus heeft altijd een grote horizontale uitgestrektheid (tot honderden kilometers) en een vrij aanzienlijke verticale afmeting (tot enige duizenden meters). Altostratusbewolking kan uit twee of meer lagen bestaan, die op geringe afstand boven elkaar zijn gelegen en ook wel eens gedeeltelijk met elkaar zijn versmolten (variëteit duplicatus). Soms zijn golvingen of brede evenwijdige banden te zien (variëteit undulatus).
Altostratus is een wolk waaruit neerslag valt, die al of niet de grond bereikt. Soms is deze neerslag te zien in de vorm van valstrepen (virga) onder de wolkenbasis; een enkele maal veroorzaakt de neerslag rafels of buidelvormige uitstulpingen aan de onderkant van de wolk. Neerslag uit Altostratus, die de grond bereikt, valt onafgebroken in de vorm van regen, sneeuw, ijsregen of korrelhagel. Wanneer turbulente luchtlagen onder Altostratus door verdamping voldoende vochtig zijn geworden kunnen zich daarin wolkenflarden (pannus) vormen. In het beginstadium van hun bestaan zijn de pannuswolken klein; zij komen dan slechts verspreid en duidelijk van elkaar gescheiden voor, gewoonlijk op vrij grote afstand onder de basis van Altostratus. Deze afstand neemt in een later stadium, wanneer de Altostratus dikker wordt en de basis lager komt, belangrijk af. Tegelijkertijd worden de pannuswolken groter en talrijker; zij kunnen dan tot een schijnbaar aaneengesloten laag samensmelten.